
Spreekwoorden: (1914)
Iemand niet kunnen luchtend.w.z. iemand niet kunnen uitstaan, niet kunnen ruiken noch zien (fr. ne pas pouvoir sentir qqn.; hd. einen nicht riechen können), welke beteekenis het wkw. luchten in de middeleeuwen reeds had. Zie Despars, 4, 383: Dies hem tghemeente zo overgrootelix belchde, dat zy ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand niet kunnen luchtend.w.z. iemand niet kunnen uitstaan, niet kunnen ruiken noch zien (fr. ne pas pouvoir sentir qqn.; hd. einen nicht riechen können), welke beteekenis het wkw. luchten in de middeleeuwen reeds had. Zie Despars, 4, 383: Dies hem tghemeente zo overgrootelix belchde, dat zy ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.